De eerste zaadjes: hoe ‘Elk dorp een eigen voedseltuin’ tot leven kwam

Gepubliceerd door admin op

‘Elk dorp een eigen voedseltuin’ is het project waarmee onze grondleggers een plan indienen bij Toukomst. In de zomer horen ze het goede nieuws dat de subsidie voor de uitvoering van het plan is toegekend door Nationaal Programma Groningen. De grondleggers vormen samen een stichting die Stichting Groninger Voedseltuinen heet. Graag vertellen we je over de eerste zaadjes en hoe onze ambitie om in elk dorp een voedseltuin te realiseren tot leven kwam.

Het eerste zaadje
Ria, Valerie en Agnes ontmoeten elkaar in Ten Boer tijdens een bijeenkomst van Toukomst, een initiatief van Nationaal Programma Groningen. Als betrokken Groningers willen ze meebouwen aan de toekomst van onze Provincie. Alle drie hebben ze ideeën over lokaal voedsel verbouwen. Ze brengen hun ideeën bij elkaar en werken een eerste plan uit. Het zaadje van ‘Elk dorp een eigen voedseltuin’ is geplant. Of beter gezegd; het zaadje is met het bundelen van de krachten juist ontkiemd. De echte eerste zaadjes zaten al véél langer in de hoofden van Ria, Valerie en Agnes.

Het zaadje van Agnes
Op reis ontdekt Agnes dat het verbouwen van je eigen voedsel voor sommige mensen en culturen een vanzelfsprekend onderdeel is van hun dag. Het hoort erbij; je groeit er mee op. Je helpt al vanaf jongs af aan mee in de tuin. Een studente uit Litouwen vertelt haar hoe het werken in de tuin van haar opa en oma haar leerde om geduldig te zijn; een vaardigheid waar ze de rest van haar leven voordeel van heeft. Agnes raakt geïnspireerd. Ze zoekt in de stad een plek om zelf groente en fruit te verbouwen. Tijdens die zoektocht, vindt ze Toukomst en dient haar idee in. Ze ontmoet Ria en Valerie.

Het zaadje van Ria
Ria hoort van tuinder Lavinda dat het haast onmogelijk is om een voedseltuin te starten. Toegang tot land dat voor langere tijd beschikbaar is met een vergunning om voedsel te verbouwen, blijkt een grote uitdaging. Ze is aanwezig bij een bijeenkomst ergens in het midden van het land. Daar gaat het over ‘grootschaliger en wereldser’ en het oplossen van problemen die zich dan voordoen. In plaats van grootser denkt Ria aan kleinschaliger. “Het laat me maar niet los dat we in oplossingen telkens groter willen, terwijl het grootse denken misschien juist wel in het kleine zit. Gemeenschapszin, zingeving, je weer verbinden met de natuur, groente en fruit lekker dichtbij. Dat is toch logisch?” En dus gaat Ria naar een volgende bijeenkomst, georganiseerd door Toukomst. In Ten Boer ontmoet ze Valerie en Agnes.

Het zaadje van Valerie
Valerie wil zelfvoorzienend leven en dient bij Toukomst een idee in voor een zelfvoorzienende woongemeenschap. Ze is ervan overtuigd dat we anders met de aarde om moeten gaan dan we nu doen en wil daarin zelf voorop lopen. Tijdens de brainstorm denkt ze mee met andere ingediende ideeën en vindt overlap met ‘Elk dorp een eigen voedseltuin’. Samen met Agnes en Ria zet ze de schouders eronder en samen werken ze één gezamenlijk plan uit.

Elk dorp een eigen voedseltuin komt tot leven. Help jij mee de voedseltuinzaadjes te verspreiden? Volg ons op social media en schrijf je in voor onze tweemaandelijkse bloeibrief.

Categorieën: nieuws